469
De rotatiecurve werd gebruikt om de verdeling van donkere materie te berekenen – de verborgen massa die verantwoordelijk is voor de hogere snelheid van materie in de buitenste regionen van het sterrenstelsel dan verwacht zou worden door zichtbare materie. De resulterende kaart toonde aan dat de Melkweg een lichtere kern heeft, wat betekent dat het centrum van het sterrenstelsel onvoldoende donkere materie bevat.
Volgens de auteurs is dit resultaat in tegenspraak met andere metingen. Het wetenschappelijke werk kan uiteindelijk leiden tot een beter begrip van de aard van donkere materie en de rol ervan in de vorming van sterrenstelsels.