418
De kraterbodem onder de delta is niet gelijkmatig vlak, wat duidt op een periode van erosie voorafgaand aan de vorming van meersedimenten. De sedimenten in de eerste laag zijn regelmatig en horizontaal, waardoor ze analoog zijn aan meersedimenten op aarde. De tweede laag ontstond toen schommelingen in het meerpeil het ontstaan bevorderden van een brede delta die zich tot diep in de krater uitstrekte maar zich nu terugtrekt richting de riviermonding.
Volgens de auteurs duiden de uniformiteit en horizontaliteit van de sedimenten in de lagere delta die op radardoorsneden zijn waargenomen erop dat ze zijn afgezet in een kalme meeromgeving. Dit kan hebben gediend als een geschikte habitat voor levende organismen.
